donderdag 9 augustus 2007

Op de fiets

De kinderen gaan logeren en ik ga met mijn tante fietsen. Zij is gewend zestig kilometer weg te trappen, terwijl ik met de kinderen een tochtje van zo'n vijftien kilometer net haal. Maar ze heeft de route bedacht en aangestoken door haar enthousiasme stap ik op haar Gazelle Chamonix. Eerst rijden we door het landelijke Tienhoven. De molen zwaait ons aan het einde van de Dwarsdijk al tegemoet. De huizen worden minder en al snel fietsen we over een schelpenpaadje door de weidse velden. We zien een Purperreiger naast een slootje staan. Passeren een eendenkooi, trilveen, schapen en koeien. De weilanden worden afgewisseld door bos. Op een bankje met uitzicht over het Wasmeer drinken en eten we wat. Inmiddels heb ik al zadelpijn, maar ik stem dapper toe als m'n tante voorstelt een klein stukje - maar twee, misschien drie kilometer - om te rijden, want dat is een mooiere route. We eindigen in het gezellige dorpje de Lage Vuursche, waar twee leuke winkeltjes naast elkaar zitten. We bewonderen de bijzondere fotolijstjes, glazen koekjespotten en andere antieke spullen in de ene winkel. We vergapen ons aan de zeepjes, kaarsjes, prachtige kaarten en leuke prullaria in de andere winkel. Maar we kopen niets. We fietsen door het bos terug naar het rustigere restaurant De Paddestoel en genieten daar van een heerlijke pannenkoek. De terugtocht gaat sneller. Het bos gaat over in de velden. Eerst komen de huizen van de bofkonten die zo'n mooi plekje hebben weten te bemachtigen. Dan fietsen we weer door Tienhoven naar huis. Het is een tochtje dat zeker aan te raden is. De teller geeft aan dat we er dertig kilometer op hebben zitten. Een mooi compromis. De zadelpijn gaat wel weer over. Maar de leuke herinnering blijft.

1 opmerking:

t.t. zei

Is inderdaad de praktijk: De leuke momenten blijf je herinneren.