dinsdag 4 maart 2008

Uit de Bijbel

Spreek geen kwaad van elkaar (Jak. 4: 11)

Een roddel zegt meer over jezelf dan over een ander. Je zoekt steun van je gesprekspartner ter bevestiging van je eigen mening. Geroddel maakt partijschap en ondermijnt de eenheid binnen een kerkelijke gemeente of vereniging. Vooral als het geroddel gaat over iemand die een zichtbare taak uitvoert. Het is moeilijker, maar eerlijker om naar diegene persoonlijk toe te gaan om je kritiek te uiten.
Je onderkent een roddel als je iets zegt, wat je nooit zou zeggen als diegene er bij zou zijn. Je beschuldigt iemand, terwijl hij of zij zich niet kan verdedigen. Daarom is het laf. Achteraf houdt je een naar gevoel over aan het gesprek. De sfeer was negatief.
Bovendien is het voor de gesprekspartner nooit zeker dat er de volgende keer niet over hem of haar gepraat wordt. Hoe kun je de ander dan jezelf toevertrouwen.
Als je merkt dat de ander roddelt, probeer dan het gesprek een andere kant op te sturen. En als je zelf merkt, dat je de neiging hebt om kritiek over iemand te uiten, bidt ervoor en bespreek het openlijk met je gesprekspartner. ‘Stop me als ik over die en die ga praten.’
Praat liever over je eigen gevoelens, gedachten en relatie met God. Dat is opbouwend.

Geen opmerkingen: