maandag 9 februari 2009

Vast in niemandsland

Vandaag in het asielzoekerscentrum in Gilzen (N-Br) geweest. In een klein hokje ontmoet ik een Irakese vrouw met haar oudste zoon. Haar man en twee andere zonen verblijven nog in Syrie. Haar dochter woont in Zweden. Haar zoon heeft inmiddels een verblijfsvergunning, maar zij wacht nog in onzekerheid. Ze had een brief gekregen in een juridische taal, die ik niet eens begreep. Ze zit vast in een soort niemandsland. Ze kan niet terug naar Irak, want ze vreest voor haar leven. Het gezin is met de dood bedreigd. Ze krijgt geen permanente verblijfsvergunning voor Syrie. Ook haar man moet elke drie maanden opnieuw een verblijfsvergunning aanvragen en mag daar niet werken. En Nederland wikt en weegt of ze haar wil hebben. Ze was verscheurd van verdriet om de scheiding van haar familie. Er was niet genoeg geld om het hele gezin te laten vluchten. Via een mensensmokkelaar en een lange reis zijn zij en haar zoon in Ter Apel weer verenigd. Ik schrijf dit verhaal op voor de Uitdaging, om hun schrijnende levensverhaal bekend te maken en omdat wij niet beseffen hoe gezegend we zijn in Nederland, dat we vrij voor ons geloof mogen uitkomen.

Geen opmerkingen: